|
|
|
|
1.
e4
d5
Scandinavisch
Het Scandinavish is één van de oudste a-symmetrische verdedigingen tegen 1.e4. Scandinavische schakers toonden aan dat de opening speelbaar is voor zwart, echter op topniveau wordt het niet vaak gespeeld. Alexander Alekhine maakte er in 1914 remise mee tegen wereldkampioen Emanuel Lasker in St. Petersburg en Jose Raul Capablanca won er twee keer mee in New York in 1915. Toen Bent Larsen in 1979 in Montreal met het Scandinavisch van Anatoly Karpov won steeg de opening in populariteit. Zelfs Viswanathan Anand speelde het in 1995 tijdens de match om het wereldkampioenschap tegen Garry Kasparov in New York, hoewel Kasparov de partij wist te winnen. Met 1... d5 opent zwart lijnen voor zijn stukken, zodat hij gemakkelijk kan ontwikkelen. Een nadeel is dat deze opzet tijd kost.
2.
exd5
Dxd5
De meest directe manier om de pion terug te slaan. Wit wint nu tijd door de zwarte dame aan te vallen. Wit heeft verschillende aanvalsplannen, maar zwart krjgt een solid, doch enigzins passieve stelling.
3.
Pc3
Da5
Dit is de klassieke voortzetting en tegenwoordig het populairst.
4.
d4
Pf6
5.
Pf3
Lf5
6.
Ld2
c6
7.
Lc4
e6
8.
Pd5
Dd8
9.
Pxf6
Dxf6
10.
De2!!
Pd7
11.
0-0-0
11. Lg5 is te vroeg en op 11. d5 volgt 11... cxd5 12. Lxd5 Le7! 13. Lc3 Lb4! (A. David - V. Tkachiev, Cannes 1999).
Zwart heeft hier de keus uit: |
| |
|