Op de tafel wordt geschaakt. Naast de tafel wordt de partij bediscussieerd en geanalyseerd. Onder de tafel? Wat gebeurt hier eigenlijk? Hier is veel te weinig aandacht voor. Dit is frappant aangezien er juist veel over valt te vertellen. Om dit te illustreren hierbij enige ervaringen en vermoedens van het ondertafel-gebeuren.
Voetje vrijen
Voor degene die nauwkeurig kijkt en oplet tijdens schaakpartijen is "voetje vrijen" regelmatig te zien. Wanneer men getuige mag zijn van zo'n tafereel krijgt het schaakspel meteen een vertederende en nieuwe dimensie. Normaal is dat een macho vechtsfeer, nu krijgt het schaakspel iets zwoels en is er een zweem van vriendelijke saamhorigheid tussen de spelers. Mooi toch. Het mag wat mij betreft vaker gebeuren. Voetje vrijen heeft nu nog iets "stiekems" maar dat beeld verdient in de toekomst absoluut bijstelling. Het zorgt voor een ontspannen sfeer, de spelers zijn elkaar welgezind en het eindresultaat van de partij is meestal een mooie remise.
Badderen
Een stapje verder gaat "het badderen". Spelers die lekker een warm voetenbad nemen tijdens hun of haar partij. Persoonlijk vind ik het een beetje klef maar het tafereel heeft iets huiselijks en intiems. De meeste schakers die het een keer gedaan hebben zijn enthousiast. Ik heb me laten vertellen dat het zeer ontspannend werkt en de schaakgeest verkwikt. Het komt het spel ten goede. Zeker in de wintertijd is zo'n lekker warm voetenbadje heilzaam. De warmte trekt door je hele lijf en het prettige gevoel vertaalt zich in het uitvoeren van goede zetten. Sommige speelzalen zijn steenkoud en tochtig, dan is een warm kruidenbadje extra plezierig. Je kunt je eigen teiltje meenemen of gezamenlijk badderen.
|
Honden
Minder positief vind ik dieren onder de tafel. Dit komt zeer regelmatig voor. Veel schakers zijn hondenliefhebber en de band tussen deze schakers en hun honden is erg sterk. De hond wordt dus meegenomen naar de clubavond. Zolang het een lief schattig schoothondje betreft kan je daar als tegenspeler niet zoveel bezwaar tegen hebben. Hooguit voel je soms een likje over je schoen of hoor je een piepje als je per abuis op zijn staartje trapt. Tot zoverre... vertederend.
Er zijn echter hondenrassen die het formaat hebben van een uit de kluiten gewassen kalf en de tanden van een tijger. Ik noem er een paar: Bouvier, Deense Dog, Bloedhond, St.Bernard. Die worden dus ook meegenomen. Deze honden hebben een dusdanige omvang dat er geen plaats meer is voor je eigen benen onder de tafel. Arbiters zijn bang als ze de dieren zien binnenkomen en durven niet te protesteren. Je hebt het als speler dus maar te accepteren.
Concentratie op een schaakpartij is nu onmogelijk. Dat is echter zeker niet het enige euvel. Dat is eigenlijk het minste. De tegenstander verzekert je dat zijn hond heel lief is en dat hij niet bijt. Dat is natuurlijk onzin want het dier voelt dat je bang voor hem bent en dat is een altijd een garantie voor een venijnige beet. Die komt dus gegarandeerd. Eerst komt het grommen. Zijn baasje is meteen in het defensief en zegt dat je daar niet op moet letten: "Hector gromt altijd een beetje." Dan volgt plots toch de beet. Zijn baasje zegt meer verontwaardigd dan schuldig dat zijn hond dat nog nooit gedaan heeft. Hij kijkt je argwanend aan. Het is duidelijk. De schuld ligt bij jou. Het baasje is ervan overtuigd dat jij vast iets heel vervelends tegen zijn hond gedaan (getrapt, weggeduwd onder tafel) en dat het lieve dier alleen maar als schrikreactie heeft gebeten. Je kunt met een zwachtel om je enkel naar huis. Uiteraard ook met een verloren partij want schaakconcentratie was niet mogelijk.
Omkoping
Onder de tafel stiekem een bedrag toeschuiven om een schaakpartij te kopen, c.q te verkopen. Diep treurig. Ik vermoed dat het ook bij het topschaken gebeurt. Net als bij het wielrennen of bij het boksen. Schakers hebben een diepe intrinsieke behoefte om te willen winnen maar daar waar geld en eer in het geding zijn, zullen de verlokkingen om een wedstrijd of partij te kopen en te verkopen ook aanwezig zijn. In de top van het schaken zijn bij toernooien vette geldsommen te winnen. Titels als grootmeester of internationaal meester zijn zeer gewild en betekenen in de schaakpraktijk "money". Laten we niet naïef zijn, wat bij andere sporten gebeurt zal bij onze schaaksport ook plaatsvinden.
Een partij moedwillig verliezen (tegen een fors geldbedrag) is in het schaakspel ook heel simpel. Niemand kan dat aan de hand van het gespeelde spel traceren. Een mindere zet doen is al voldoende voor verlies. Zeker op grootmeesterniveau een fluitje van een cent.
Oproep
Ik hoop dat ik via dit artikel mijn medeschakers alert heb gemaakt op het ondertafel-leven. Mocht men nog andersoortige activiteiten, dan de reeds genoemde, in de praktijk tegenkomen... meld ze alstublieft. Ik zal ze graag aan het artikel toevoegen zodat er uiteindelijk een gedegen naslagwerk over dit thema kan ontstaan.
Frans
volgend schaakbeeld: De hangende dame
|
|