|
|
|
|
Ledenwerving
Schaakbeeld 46, zaterdag 19 maart 2011 |
|
|
|
Waarom zou ik lid worden van een schaakclub? Dat vroeg een student toen ik enige tijd terug PR-foldertjes voor onze schaakvereniging SMB aan het uitdelen was op een studenten-infomarkt. Actie ledenwerving. Ik raakte met de student aan de praat. Hij kon goed schaken zei hij zelf, maar deed dat op internet. Een schaakclub was toch wel wat passé... vond hij. Ik kreeg de kriebels. Ja, internetschaak is leuk en ik doe het zelf ook graag, maar het haalt het niet bij clubschaak. Het is een slap aftreksel daarvan. Het is echter nog niet zo gemakkelijk om dat duidelijk te maken aan een kritische student en hem over te halen om eens naar de SMB-clubavond te komen. Ik begon zwak met mijn promo-praatje: "Van dat getuur op computerschermen krijg je op den duur slechte ogen." Na nog wat meer loos gepruttel van mijn kant kwam ik echter op gang en wist ik de nodige argumenten en redenen aan te voeren.
Reden 1: Bij SMB vind je de wereld in een notendop terug
Je treft op de wekelijkse schaakavond heel wat kleurrijk volk. Alle menstypes en beroepen kun je er tegenkomen: student, academicus, kunstenaar, bakker, jurist, accountant, gepensioneerden, horeca-exploitant, excentriekelingen, tekstschrijver, wetenschappelijk medewerker, ambtenaren, leraren, etc. Het is leuk om in die mix rond te scharrelen. Het geeft sfeer, schaken is geen klinische sport. Met name de onderlinge contacten met de andere schakers geeft een ziel aan het spel. Kijk naar de lichaamstaal van de spelers, ervaar de zuchten, vloeken, grimassen, lachsalvo's, juichkreten en andere uitingen van al dat schaakvolk. Prachtig om te zien toch. De persoonlijke contacten die je opdoet en de hele sfeer op een clubavond zorgen ervoor dat je ergens bij hoort. Je hoeft niet meer te verpieteren op je studentenkamertje.
Reden 2: In clubverband word je spelenderwijs een betere schaker
Op een schaakclub krijg je aan de lopende band tips en suggesties van je medespelers. De gezamenlijke na-analyses van je partijen zijn ook zeer nuttig. Allemaal prima stimuli ter verbetering van je niveau. Het gaat spelenderwijs, je hoeft niet per se allerlei theorieboeken door te worstelen. Je ontstijgt vrij spoedig het koffiehuisschaak. Theorie en praktijk van het schaakspel gaan hand in hand en zo hoort het ook. In clubverband leer je pas echt de gemene openings schaaktruukjes. Op de wekelijkse schaakavond leer je van de betere spelers hoe je met name in de openingen je tegenstander in een houdgreep kunt krijgen. Of hoe je een gambiet met valkuilen kunt plaatsen. Lepe valletjes leren zetten. De eerste klap is een daalder waard. De tegenstander met de rug tegen de muur krijgen. Vooral tegenover een zwakke of middelmatige schaakspeler wil dat best vaak lukken.
Reden 3: In clubverband word je getroost bij een nederlaag
Het is altijd hard en vernederend om verslagen te worden met schaken. Heel lastig om alleen over dit drama heen te komen. Hiervoor is de ander, de medemens, nodig. Bij een schaakclub zijn die er. Je wordt bij een nederlaag getroost, de leden leven met je mee. Een klopje op de schouder, een bemoedigend woord, een vriendelijke knik als je naast elkaar staat te plassen bij de urinoirs, een gratis drankje aan de bar van de winnaar. Bij internetschaken is dat niet. Het zijn kleine dingen maar na een verlies van een partij doet dat goed. Het verlies voelt nog steeds bitter maar het mededogen van je clubgenoten is als een zachte zalf op deze mentale wonde. Sommige clubgenoten maken grapjes en al weten ze wel dat ze jou nu niet aan het lachen krijgen, ze leiden af van de pijn van de nederlaag.
De bovenstaande 3 argumenten werden door de student beleefd aangehoord. Hij knikte, glimlachte een beetje maar was nog niet erg enthousiast. Ik voerde nog meer argumenten aan als: - de gezellige speelruimte dichtbij de stad en universiteit - de lage contributie voor studenten - de mogelijkheid om gratis schaaklessen te krijgen Hij tuitte zijn lippen. Ik bleef op hem inpraten want zolang hij niet doorliep had ik kans om hem in het SMB-net te vangen. Ik haalde de eeuwenoude traditie van het schaakspel erbij, het mooie schaaktijdschrift van de KNSB dat hij als lid gratis zou krijgen, het terrassentoernooi aan de Waalkade dat zoveel gezelligheid gaf. Hij humde en knikte nog eens. Toen vroeg hij terloops of er ook meisjes en vrouwen op de clubavond kwamen. Gelukkig kon ik hier volmondig en ferm "ja" op zeggen, want hij vroeg gelukkig niet hoeveel (1). Dat gaf de doorslag, hij beloofde eens langs te komen.
Frans Drummen volgende schaakbeeld: De pion
|
|
|
| |
|
|