Mijn krakkemikkige koningsstelling

Schaakbeeld 79, zaterdag 21 januari 2012
Verleden week woorden gehad met de witte koning van mijn schaakspel. Hij was die week drie keer achter elkaar verslagen. En niet zo'n klein beetje. Drie keer vermorzeld in gruwelijke mataanvallen.

Hij had zelf zijn uiterste best gedaan om samen met zijn manschappen het vijandige leger af te slaan. Hij voelde zich verraden en verslagen door mijn gepruts. Drie keer in een week op die manier verslagen te worden was voor mijn anders zo vriendelijke koning teveel. Hij was pissig en venijnig fel. Alle schuld werd bij mij neergelegd en er volgden harde verwijten.

Zo schamperde hij op hoge toon dat ik zijn koningsstelling keer op keer uiterst zwak optrok en of ik wel wist dat andere koningen in robuuste kastelen met metersdikke muren verbleven en dat hun koningsstelling altijd stabiel stond en dat je daar niet zomaar doorheen kon rammen. Ik mompelde schuldbewust dat ik het wel wist. Ik had echter beter niks kunnen zeggen, dat maakte zijn boosheid erger.

Hij schreeuwde met boze overslaande stem: "Nou nog erger. Je weet het en je handelt er vervolgens niet naar? Je geeft me geen dekking man. Die koningsstelling van mij is steeds erbarmelijk slecht gebouwd. De muren die jij optrekt zijn om te huilen. Een gatenkaas is het. Daar moet ik me veilig achter wanen? Je bent een prutser. Ze geven zelfs geen beschutting tegen pijl en boog, laat staan tegen moderne vuurwapens, mortieren en granaten. Het ziet er ook niet uit. Een losse flodderstapeling van ongelijke ongebakken kleistenen. Schots en scheef gelegd. Geen enkel goed verband tussen de rijen stenen. Door een kleine amateurschaker op elkaar gestapeld. Bij de eerste aanval bressen in de muur. Niet 1 gat, maar meerdere. Ik ben blij als ik het eerste uur haal van de schaakpartij, ik moet vluchten van hot naar her, duiken voor afbrokkelende stenen en muren, alles staat constant op instorten."

Beschaamd gaf ik toe dat mijn opgebouwde koningsstelling de laatste week nooit sterk was. "De laatste week??? Hij is nooit sterk, elk schaaktoernooi waar wij met jou aan meedoen is genadeloos afzien. Ik heb er geen zin meer in." Hij sloeg boos de deksel van de schaakdoos over zich dicht. Ik boog me over de doos en luisterde. Ik hoorde hem vanuit de doos nog een tijdlang schelden en tieren over mijn "totaal gebrek aan inzicht" tegen de andere schaakstukken. Deze steunden hem grotendeels in zijn genadeloze kritiek op mij.

Ik hoorde de paarden hinniken en de lopers en de torens juichen toen de koning voorstelde om voortaan zelf de verdediging van de koningsstelling ter hand te nemen. Ze wilden niks meer met me te maken hebben. De dame en de pionnen wilden me gelukkig nog een kans geven. De dame (altijd mild en vol mededogen) zei dat ik van goede wil was, nooit echt les heb gehad in het bouwen van een stelling en dat ik nu eenmaal niet zoveel talent had. De pionnen waren (nog) op mijn hand omdat ze bang waren dat ze zelf teveel werk moesten gaan doen als ik weg zou vallen bij de bouw van de koningsstelling. De koning leek ietwat getemperd in zijn woede en het werd stil in de doos.

Ik heb de kritiek ter harte genomen, ben meteen naar de boekhandel gegaan en heb een schaakboek gekocht met diagrammen hoe je "een stabiele koningsstelling" kunt opzetten. Hele week geoefend. Afgelopen dinsdagavond voor de interne competitie een schaakpartij gespeeld tegen SMB-clubgenoot Dorus Peelen. Ik won die partij.

Toen ik daarna trots aan mijn koning vroeg hoe hij de partij beleefd had zei hij minzaam dat hij weliswaar vanaf de 12e zet hartkloppingen en zenuwkrampen had gehad omdat zijn koningsstelling aan de rechterflank helemaal open had gelegen en dat hij weer enkele stenen op zijn hoofd had gekregen (bij zet 14, bij zet 28, bij zet 36), maar dat hij blij was met deze eerste overwinning van het jaar. Dit gaf hem weer enig vertrouwen naar mij toe. Maar ik moest niet denken dat we er al waren. Ik beaamde dit volkomen, omhelsde hem en beloofde dat ik veel studiewerk zou blijven verrichten.

Let op clubgenoten, mijn koningsstelling zal in de toekomst staan als de Chinese muur.

Frans Drummen